Hanneke's dilemma's: "Die woningen van jullie gaan allemaal naar mensen die niet van hier zijn!"
Als bestuurder van een woningcorporatie sta ik dagelijks voor uitdagende vragen en soms harde oordelen van woningzoekenden, onze huurders en andere inwoners van Lansingerland. "Waarom geven jullie alleen maar woningen aan asielzoekers en buitenlanders?" of "Mijn zoon wacht al 7 jaar, maar krijgt geen woning!" Deze opmerkingen raken me, maar ik begrijp de frustratie die erachter schuilgaat.
De harde realiteit van woningtekort
Laat ik eerlijk zijn: we hebben gewoon te weinig woningen. In Lansingerland is dit probleem nog groter, met slechts 20% sociale huurwoningen tegenover een landelijk gemiddelde van 30%. Elk jaar komen er bij 3B Wonen tussen de 250 en 300 woningen vrij. Maar de vraag overtreft dit aanbod vele malen. Op sommige woningen reageren wel 2000 mensen die deze woning graag willen.
Wie krijgt voorrang en wie niet?
We verdelen onze woningen op twee manieren:
- Via Woonnet Rijnmond
Meestal gaat de woning dan naar degene die reageert met de langste inschrijfduur. Als het niet op inschrijfduur gaat, dan gaat het via loting tussen de mensen die op een woning reageerden. In Lansingerland is de kans dat je aan een woning komt door zelf te reageren op een advertentie nu minder dan 1%. Het aantal reacties op één woning kan oplopen tot meer dan 2000. - Met voorrang voor specifieke doelgroepen
We verhuren woningen aan statushouders. Dit zijn mensen die door alle procedures heen zijn en recht hebben om in Nederland te gaan wonen. Dit is een wettelijke taak die we voor de gemeente uitvoeren. De afgelopen jaren was de groep statushouders die we een woning moesten aanbieden groot. Zo groot dat het ons niet gelukt is ze allemaal een woning aan te bieden. We geven ook voorrang aan mensen met een urgentieverklaring, zoals slachtoffers van huiselijk geweld of mensen met ernstige medische problemen. De regels voor een urgentie zijn streng, je krijgt een urgentieverklaring niet zomaar. We zien wel dat groep mensen met urgentie groeit.
Systeem dat vastloopt
Zowel de groep “gewone” woningzoekenden als de groepen die we met voorrang een woning moeten aanbieden groeit. Het aantal mensen dat alleen woont stijgt ook. Net als het aantal gezinnen dat door een scheiding en een gedeeld ouderschap niet één, maar twee woningen nodig heeft. En daardoor wringt het harder dan ooit op de sociale huurwoningmarkt in Lansingerland. Het systeem piept en kraakt. Vooral omdat we veel te weinig woningen hebben voor veel te veel mensen die een woning nodig hebben. Wachten op een woning duurt langer en langer, en de problemen worden steeds schrijnender. Het aantal woningen van 3B Wonen groeit door nieuwbouw. Daar werken we hard aan. Maar het is lang niet genoeg om de vraag bij te houden.
De taakstelling (dus het aantal statushouders dat wij een woning moeten aanbieden) wordt vastgesteld op basis van het aantal inwoners binnen een gemeente. Deze doelgroep groeide de afgelopen jaren hard. Terwijl er in Lansingerland in verhouding weinig sociale huurwoningen zijn om deze mensen een dak boven hun hoofd te bieden. Dat betekent dus dat we een groot aantal mensen (denk aan jaarlijks zo’n 100-150 mensen) een woning moeten aanbieden terwijl er weinig woningen vrijkomen.
Het aantal mensen met urgentie groeit ook. Zij zoeken eerst zelf naar een woning met voorrang. Als dit niet lukt, gaat 3B Wonen voor hen zoeken. Meer dan de helft van onze woningen die vrijkomen, gaat naar iemand die met voorrang een woning krijgt. Ons systeem is erop gericht om de meest kwetsbaren te helpen. Maar ik zie ook de keerzijde. Door ons te richten op mensen met de grootste nood, ontstaan er soms buurten waarin veel kwetsbaren bij elkaar wonen.
Een persoonlijke ervaring
Een tijdje terug bezocht ik een weduwe die al jaren leed onder het gedrag van haar bovenbuurman met psychiatrische problemen. Haar verhaal raakte me diep en deed me beseffen hoe groot de impact is als je thuis niet altijd de rust en veiligheid biedt die je nodig hebt. Dit laat zien hoe ingewikkeld ons werk is: we willen iedereen helpen, maar soms botsen de behoeften van verschillende groepen. Vaak gaat het goed in een buurt, maar steeds vaker ook niet. De woningnood geeft ons geen ruimte om te kiezen waar we iemand een woning aanbieden. Terwijl we soms bepaalde woongebouwen of straten willen ontzien van kwetsbaren omdat er al het één en ander speelt. Bovendien is het vooraf niet altijd te voorspellen wie overlast geeft en wie niet.
Mijn dilemma en inzet
Het systeem van woningcorporaties is erop gericht om mensen te helpen met een goed dak boven hun hoofd als ze dat niet zelf kunnen. Nu er een woningtekort is, richten we ons eerst op iedereen die het meest in de knel zit: mensen met weinig geld en (veel) problemen. Dat klinkt mooi in theorie, maar in de praktijk is het veel ingewikkelder. Door ons vooral te richten op de meest kwetsbare mensen zorgen we er ook voor dat we probleembuurten creëren waar overlast en onveiligheid op de loer liggen.
Als bestuurder worstel ik dagelijks met deze dilemma's. Ik wil kwetsbare mensen helpen, maar gun ook iedereen een fijne en rustige plek, die thuis hoort te zijn. Ik ben blij dat we systemen hebben en dat ik niet hoef te kiezen wie wel en wie niet een woning krijgt. De schrijnende verhalen van mensen die de halve wereld over gereisd zijn om oorlogssituaties te ontvluchten en met kinderen in overvolle opvang zitten, raken me net zo goed als die van een éénoudergezin met drie kinderen dat op een zolderkamer bij oma woont. De uitzichtloosheid van hun situaties doet mij pijn.
Ik besef me heel goed dat deze situatie niet de schuld is van de ene of andere groep die met nood op een woning wacht, maar van het falende beleid. Dat heeft geleid tot een enorm tekort aan betaalbare woningen. En het systeem dat op zich niet verkeerd is, maar simpelweg overstroomt.
Ik blijf zoeken naar creatieve oplossingen en blijf in gesprek met onze huurders, de gemeente en andere stakeholders. Want uiteindelijk gaat het om meer dan stenen stapelen – het gaat om het bouwen van een fijn thuis voor iedereen. En daar blijf ik keihard aan werken, ook al is het soms slechts een druppel op een gloeiende plaat.
Groet van Hanneke